Bij binnenkomst was het heel even zoeken. Je komt binnen op een overdekt pleintje, waar toiletten (handig na zo’n reis), de souvenirshop en een expositieruimte zich bevinden. In de expositieruimte was het thema spinnen. Die hebben we met mijn fobie maar even overgeslagen. Ik kreeg al de bibbers bij het zien van de veel te grote foto’s van alle verschillende spinnen. Brr… Snel de dierentuin in. Vanuit het plein oogt alles in eerste instantie wat klein, maar zodra je de eerste hoek om bent verandert dit. Je kunt alle kanten uit. Uiteraard is er een verhard wandelpad dat je overal langs leidt, maar leuker is het om de dierentuin te ontdekken via alle smalle paadjes en slingerweggetjes door het groen. Soms waan je je in een oerwoud (rondom de apen verblijven) en dan weer sta je op de ‘Serengeti-lodge’ , waar je de zebra’s en antilopen wel van heel dichtbij kunt zien!
Zo heeft elk dier heeft een prachtig verblijf, waarbij het publiek een heel mooi zicht heeft op de dieren in hun verblijven. Elk verblijf is geweldig ingericht en in stijl aangepast op de afkomst van haar inwoners. Doordat er op veel plekken gewerkt is gepantserd glas in de omheining kun je dieren ook echt van heel dichtbij bekijken. De ringstaartmaki’s (ja, Madagaskar!) en zijdeaapjes zijn zelfs van super dichtbij te zien, want zij wonen in een zogeheten ‘walk-through’-verblijf, waar je als bezoeker dus gewoon doorloopt. Een beetje de Apenheul in het mini.