Op audiëntie in het verleden
De Duitse grensstreek staat bekend om zijn indrukwekkende kastelen en romantische kasteeltuinen. Hier woonden vroeger ridders, graven, vorsten en hertogen. De tijden zijn veranderd, maar de paleizen, burchten en landhuizen zijn grotendeels bewaard gebleven. Ga op ontdekkingstocht! Neem een kijkje in de ridderzaal, geniet van het uitzicht in de torenkamer, vergaap je aan muurschilderingen en maak een wandeling door de rozentuin.
Maar liefst 109 kastelen vind je in de Duitse grensstreek. Een groot deel daarvan ligt aan de 100 Schlösser Route, een prachtige fietsroute door het Münsterland.
Tot aan haar dood in 1934 bracht koningin Emma haar zomers graag door in het kasteel van Bad Bentheim.
De moestuin van kasteel Ippenburg is met 5000 m2 de grootste van Duitsland.
De 100 Schlösser Route (de 100 Kastelenroute) staat bekend als de koningin onder de Duitse fietsroutes. Dat heeft alles te maken met de historische bouwwerken die je onderweg passeert. Middeleeuwse burchten, barokke paleizen en statige landhuizen; elke etappe van deze 960 kilometer route heeft er meer dan één voor je in petto.
Kletterende zwaarden en dansende minstrelen
Tijdens de ridderspelen in Burg Bentheim ontmoet je ridders, jonkvrouwen, jongleurs en minstrelen. In hun middeleeuwse kleding doen ze precies wat ze vroeger ook deden: paardrijden, zwaardvechten, vuurspuwen en dansen. Een spektakel voor jong en oud!
Kasteel Nordkirchen is een barokke waterburcht. Het ligt in een gigantisch park dat uitgeroepen is tot een van de mooiste tuinen van Europa. Wandel over de uitgestrekte paden, geniet van het groen en bekijk de unieke beeldhouwwerken. Eindig bij het kasteel zelf en laat je imponeren door alle pracht en praal in ‘Westfaals Versailles’.
De bekendste ridder: Karel de Grote
In 772 trok Karel de Grote – koning van de Franken – naar Westfalen. Zijn doel? De Saksen bekeren tot het Christendom én zijn rijk uitbreiden. Karel liet langs de Duitse grens kerken, kloosters en burchten bouwen om zijn positie te versterken. Zijn oorlog met de Saksen duurde ruim dertig jaar en kwam tot een eind in 804.
Riddertoernooien
De belangrijkste taak van ridders was oorlog voeren. Hoefden ze niet te vechten? Dan deden ze mee aan toernooien. In eerste instantie om fit te blijven, maar later werden de riddertoernooien een soort beroepssport. Een ridder die het harnas van zijn tegenstander buit wist te maken, verdiende geld en eeuwige roem.
De val van ridders
Halverwege de 14e eeuw was daar ineens de kruisboog. Dit wapen doorboorde met gemak een maliënkolder, dus ridders liepen ineens een veel groter risico. Daar kwam niet lang daarna ook de pestepidemie nog overheen. Het werd voor ridders steeds lastiger om de kost te verdienen. Sommigen gingen roven, anderen kozen een bestuurlijke functie.
In de loop van de 16e eeuw kwamen de laatste ridders ten val.
Moderne ridders
Na 1550 werden oorlogen uitgevochten met vuurwapens en waren ridders niet meer nodig. Toch zijn ridders niet helemaal uitgestorven. Adellijke families kunnen nog steeds de titel ‘ridder’ dragen. In Nederland kennen we daarnaast drie verschillende ridderorden. Als je een bijzondere daad hebt verricht voor de samenleving kun je in aanmerking komen voor een koninklijke onderscheiding; je wordt dan ‘geridderd’.
Het lijkt erop dat u Microsoft Internet Explorer gebruikt als uw webbrowser om toegang te krijgen tot onze site.
Om praktische en veiligheidsredenen raden we u aan een actuele webbrowser te gebruiken, zoals Firefox, Chrome, Safari, Opera of Edge. Internet Explorer geeft niet altijd de volledige inhoud van onze website weer en biedt niet alle benodigde functies.
