In de voetsporen van de podagristen (80 km)
Op een regenachtige dag middenin de zomer van 1843 gingen drie mannen uit Coevorden op pad voor een driedaagse reis dwars door het Grafschaft Bentheim. Nieuwsgierigheid en ontdekkingsdrang waren voor die tijd ongebruikelijke redenen om maar liefst drie staatsgrenzen (de koninkrijken Nederland, Hannover en Pruisen) over te steken. Nog in hetzelfde jaar publiceren ze een onderhoudend reisverslag, dat ook tegenwoordig nog een plaatsje heeft in de cultuurhistorie van Grafschaft Bentheim.
Met een oplettende blik en een ironische knipoog becommentarieerden de drie wandelaars de bezienswaardigheden langs de weg, de toestand van de wegen en de kwaliteit van de herbergen. Ze beschreven dorpen en steden, mensen en landschappen en noteerden verschillen tussen Grafschaft Bentheim en Nederland. Ze maakten aantekeningen over het schutterswezen in Neuenhaus, de arbeidsomstandigheden van de steenhouwers, het gokken in Bad Bentheim en de aanblik van de kasteelkerker.
De drie mannen ontleenden hun naam 'Podagristen' aan het geneeskrachtige zwavelbad dat onder andere helpt tegen jicht (in het Grieks 'Podagra'). Volgens de legende genazen de drie Coevordenaren in het kuuroord in Bad Bentheim van hun zware jicht en wandelden ze terug naar huis. Maar de waarheid is een stuk minder avontuurlijk: de terugweg legden ze voor een groot deel af met het paard en wagen van een wagenmenner uit Neuenhaus.